De rechtbank is vandaag begonnen met enige opmerkingen naar aanleiding van de ontwikkelingen sinds 24 februari 2022 in Oekraïne. De rechtbank leeft mee met de bevolking en alle getroffenen door het geweld. Zij heeft zich de vraag gesteld of het onder deze omstandigheden gepast is de strafzaak voort te zetten. Gelet op het belang van een behandeling binnen een redelijke termijn, zowel voor de verdachten als de nabestaanden, wordt die vraag met ja beantwoord.
De verdediging heeft op persoonlijke titel aangegeven dat zij het geweld in Oekraïne veroordeelt. Zij continueren de verdediging omdat hun cliënt in onze democratische rechtsstaat recht heeft op een eerlijk proces en het hun taak als advocaat is om de rechtsgang te controleren.
Het openbaar ministerie heeft benadrukt dat het in het belang van een rechtvaardig en eerlijk proces is dat de verdediging de belangen van de verdachte in alle opzichten moet kunnen behartigen.
Het RBT heeft zich daarbij aangesloten en er voorts op gewezen dat de oorlogshandelingen in Oekraïne bevestigen dat de Russische Federatie ook in 2014 al betrokken was bij het conflict in Oekraïne.
Pleidooi van de verdediging
Dag 1: perspectief
De verdediging heeft het perspectief geschetst van waaruit de verdediging aankijkt tegen het processuele verloop van de zaak, de bewijsgaring en de dossiervorming.
Zo zal de verdediging vraagtekens zetten bij de keuze van het JIT en het OM voor het scenario dat het gaat om een BUK TELAR die door pro Russische separatisten is afschoten vanaf een veldje bij Pervomaiskyi, met welke scenario de Nederlandse regering zich al vanaf 2015 publiekelijk heeft vereenzelvigd. Naar alternatieve scenario’s is volgens de verdediging nauwelijks onderzoek gedaan.
In de dagen hierna zal nader worden uitgewerkt dat er geen overtuigend bewijs is dat een BUK-raket de explosie bij MH17 heeft veroorzaakt en dat als al sprake is geweest van een BUK -raket, het een oud model is geweest waarover alleen Oekraïne in juli 2014 kon beschikken. Voorts zal worden aangetoond dat de afvuurlocatie niet in de buurt van Pervomaiskyi kan liggen. De verdediging zal ingaan op de alternatieve scenario’s die tot nu toe niet of onvoldoende aan bod zijn gekomen. Daarbij zal met name het scenario worden uitgelicht dat het Oekraïense scenario is gaan heten. Als laatste zal worden ingegaan op de vraag of – als het scenario van het openbaar ministerie zou kloppen – sprake is van strafbare betrokkenheid van hun cliënt.
De verdediging verwacht haar pleidooi 30 maart 2022, uiterlijk 1 april 2022 af te ronden.